1958: daarom de Ventoux
Waarom kiest het bestuur van Gaul! uitgerekend de Mont Ventoux (bijgenaamd: de Reus van de Provence) om een klimtijdrit te organiseren? Daar moet onze naamgever, Charly Gaul dan toch zeker iets mee te maken hebben?? Welnu, dat klopt als een bus. Charly legde namelijk tijdens de Tour de France van 1958 de basis voor de eindoverwinning in de klimtijdrit Bédoin-Mont Ventoux (dat jaar voor het eerst in het etappeschema), door verreweg de snelste tijd neer te zetten. Althans zo leek het toch.
De overwinning in deze tijdrit was wel een beetje atypisch. Charly (bijgenaamd: “de Engel van het Hooggebergte”) kwam normaal namelijk pas echt goed op dreef als regen, sneeuw, donder en bliksem het parkoers en de rennerslijven teisterden. In deze 18e etappe (21,6 km lang), aan de vooravond van de Franse nationale feestdag, is het echter best lekker weer, een zoel zomerwindje blaast om de renners heen.
Charly start 2 minuten na Louison Bobet (bijgenaamd “de Bakker van Saint-Méen” of Zonzon), de winnaar van 3 opeenvolgende tours tussen 1953 en 1955. Na hem schieten alleen nog Rafaël Géminiani (bijgenaamd “Grand Fusil”) en Vito Favero (geen bijnaam: matig renner), de actuele leider, uit de startblokken. Die twee zien Charly nooit terug. Onze held rijdt erg op zijn gemak het dorp uit; in de eerste kilometers vals plat vindt hij zijn cadans. Na de fameuze bocht in Saint-Estève gaat hij pas goed los. Hij blijft in het zadel, en recht op de pedalen. In deze steile stroken krijgt hij Bobet alras in het vizier. Ter hoogte van het maison forestière steekt Charly hem onder het gejuich van duizenden toeschouwers in soepele klimmersstijl voorbij.
Bij Chalet Reynard krijgt hij te horen dat concurrent Féderico Bahamontes de tot dan snelste tijd van regionaal renner Jean Dotto met 2,5 minuut heeft verpulverd. Voor Charly het sein om nog maar eens te verdapperen. Op de Col des Tempêtes versnelt hij andermaal. Onder luide toejuichingen komt hij in de laatste bocht in het zicht van de TV-cameras. Bahamontes met een halve minuut geklopt, in een prachtige tijd van 1 uur, 2 minuten en 9 seconden!
Er is een grote bladzijde in de Tourgeschiedenis geschreven. Op het dagpodium wordt de Engel van het Hooggebergte geflankeerd door de Adelaar van Toledo (Bahamontes) en de Wijnboer van Cabasse (Jean Dotto). De gele trui blijft nog om de schouders van de Italiaan Favero.
Na de volgende rit van Carpentras naar Gap lijkt de eindzege echter weer verder weg dan ooit. Charly verliest maar liefst 12 minuten op zijnvoornaamste concurrenten, en zakt terug naar de 6e stek in het klassement. Saillant détail: er is aan zijn fiets geknoeid! Hij repareert niet zijn fiets maar wel de schade door genadeloos toe te slaan in de etappe Briancon – Aix-les-Bains. Hoe?
Door in een gruwelrit met regen, kou en mist over onder meer de Col de Luitel de concurrentie te declasseren; hij rijdt Geminiani, Bobet en Bahamontes op 15 à 30 minuten. Zo kennen we Charly weer! Nòg is de gele trui niet zijn deel. Daarvoor moet hij opnieuw een tijdrit winnen, op de voorlaatste dag, over maar liefst 74 kilometer.
Eigenlijk is dit meteen de eerste halve Nederlandse touroverwinning, want Charly Gaul rijdt dat jaar in een gemengd Nederlands-Luxemburgse ploeg met o.a. coryfeeën als Wim van Est, Gerrit Voorting (beide nog gele trui-drager in deze Tour) en mijn persoonlijke favoriet Piet Damen. Die omringen Charly met zorg en brengen hem veilig naar Parijs. Tragisch détail: in de eindsprint in het Parc des Princes rijdt topspurter André Darrigade (bijgenaamd: Dédé of “de Vliegende Bask” ) een onvoorzichtige baancommissaris omver met noodlottig gevolg….
Charly’s tijd over deze klassieke klim vanaf Bédoin bleef geruime tijd staan. Het officiële record staat tegenwoordig (sinds 10 juni 2004) op naam van de Bask Iban Mayo (bijgenaamd: “de Haan”) die op die dag de tijdrit in de Dauphiné Libéré won in de tijd van 55 minuten en 51 seconden! Het lijkt me beter de tijd van Charly als richttijd te houden. Een niet geringe uitdaging om straks in mei 2012 daarbij in de buurt te komen!
Joep “de Valk van Voordorp” van de Laar